Aan de slag

1. Verwarm de oven voor op 175 °C. Zeef de bloem, bakpoeder en het zout boven een kom. Doe ⅔ van de boter en alle basterdsuiker in de kom van de staande mixer. Boen de sinaasappel schoon, rasp de oranje schil en voeg ½ eetlepel rasp toe. Klop in 5 minuten tot een luchtige massa.
2. Klop een voor een de eieren erdoor. Voeg een volgend ei pas toe als het vorige is opgenomen. Voeg al kloppend de karnemelk, de helft van het vanille-extract en de kleurstof toe. Het kan gaan schiften, maar als het bloemmengsel wordt toegevoegd, komt dat weer goed. Zet de mixer op de laagste stand en voeg het bloemmengsel in 2 delen toe. Mix tot een glad beslag.
3. Klem een stuk bakpapier op de bodem van de springvorm. Verdeel het beslag erover en bak ca. 30 minuten in de oven. Steek een satéprikker in het midden van de cake. Als deze er schoon en droog uitkomt, is de cake gaar. Haal uit de oven en laat 1 uur afkoelen tot kamertemperatuur.
4. Klop ondertussen de roomkaas met de rest van de boter, de rest van het sinaasappelrasp en de rest van het vanille-extract in de kom van de staande mixer in 4 minuten luchtig. Zet de mixer op de laagste stand en voeg beetje bij beetje de poedersuiker toe. Schep in een spuitzak en bewaar tot gebruik in de koelkast.
5. Snijd de cake in 10 punten. Spuit op elk bovenste puntje een toefje roomkaas. Spuit aan de onderkant van de cake 3-4 toefjes roomkaas naast elkaar, zodat je kerstmutsjes krijgt. Serveer met een bolletje vanille-ijs.